Mijn eerste Ad Fundum (voor de Nederlanders: mijn eerste “adje”)
Het gebeurde allemaal toen ik nog op uitwisseling was in Mexico. Na een jaar vol nieuwe avonturen, grappige miscommunicaties omwille van het spreken van die op het einde al niet meer zo vreemde Spaanse taal, nieuwe kennissen en vrienden te hebben gemaakt, … kwam er een einde aan mijn mooie levensverhaal.
Als afsluiting van het jaar, had de uitwisselingsorganisatie een reis naar de stad Oaxaca georganiseerd voor alle uitwisselingsstudenten die het schooljaar 2001 – 2002 in Mexico hadden doorgebracht.
Het was een ontzettend leuke mengelmoes van nationaliteiten: je had de twee Noorse meiden Sira en Siri, de twee knappe Zwitsers Lucio en Luca, de Franse Lucie wiens volume in dat jaar van een lucifer naar een bowlingbal gegaan was omwille van het lekkere eten, de altijd stille Deense Astrid, de vier luidruchtige Duitse meiden, één echt gekke Amerikaanse die Karen heette en ten slotte de drie Belgische meisjes, waaronder mezelf.
In Mexico is mijn leven begonnen: als buitenlandse student tussen enkel Spaanssprekende personen word je minder verlegen en ontwikkel je jezelf. Het was een droomjaar dat me heeft gebracht tot de persoon die ik nu ben.
Wat ik ook in Mexico heb geleerd, is drinken. Mijn lever was een tequilaspons geworden van de vele shots die ik langsheen mijn slokdarm heb laten glijden. We spreken hier niet over één liter, maar over een volledige mazoutketel.
De laatste avond van die reis besloten we om goed af te sluiten en met zijn allen samen uit te gaan.
We eindigden op café. Alle vrouwen dronken wijn of een andere zoete alcoholische drank, maar wij als “echte Belgische vrouwen” dronken natuurlijk een biertje. Eerlijk gezegd had ik in mijn hele leven nog nooit bier gedronken (slechte Belgische…), maar ik kon als kersverse achttienjarige natuurlijk niet weigeren.
De zwoele, warme, Mexicaanse avondlucht vulde zich met een aangename sfeer. Het gesprek ging zijn eigen gang en af en toe werd er een lachsalvo afgevuurd onder de studenten.
Ik heb geen idee waarom ik dit idee plots had, was het omdat Claudio me wel beviel en ik in zijn smaak wou vallen door stoer te doen? Ik richtte me tot Ann, de West-Vlaamse onder ons en zei: “Hé, Ann, wat zou je ervan denken om eens een Ad Fundumpje te doen?” Ann, die onovertroffen bierkoningin van haar voormalige studentenclub, zei natuurlijk geen nee. Op drie zouden we onze flesjes aan onze mond zetten en alles in één teug leegzuipen.
“Eén, twee, drie!” Bij Ann gleed het gouden sap als niets naar binnen. Ik moest wel een aantal keren slikken vooraleer het op was. Op sommige momenten is slikken goed en veel mannen vinden het zelfs leuk, maar op dat eigenste moment was het blijkbaar niet zo’n goed idee.
Ik lachte nog eens schaapachtig naar Ann voordat ik mijn flesje neer plantte op tafel. Wat voelde dat plots ontzettend vreemd in mijn maag. Het leek wel alsof het gevormde schuim zich een weg naar boven baande. In een flits van een seconde, besefte ik ook dat het zo was en nog voor ik de tijd had om naar het toilet te spurten, lag mijn hele maaginhoud op tafel.
De groep studenten die net ervoor nog aan het lachen waren en lachsalvo’s afvuurden alsof het een avond vol vuurwerk was, verstomde. Een doodse stilte volgde. Het enige wat ik kon zeggen was: “Sorry.”
Vervolgens kwam de dienster met een vodje dat zo klein was dat het amper één tiende van mijn kots kon wegvegen en ik had gewenst dat ze er het hele moment kon uitwissen.
De stilte leek eindeloos te duren tot Karen besloot om die te verbreken en de meest legendarische woorden uit te spreken die me tot op de dag van vandaag achtervolgen: “So, Barbara, you know: I’ve never seen anyone throwing up that graceful.”
Als er eens een buikgriepje woedt en ik er van krijg, dan denk ik altijd terug aan deze prachtige zin. Immers: wat is er leuker dan sierlijk overgeven terwijl je je belabberd voelt?
(Barbara Dot)